FAQ

Controlevloeistof

Waar wordt controlevloeistof voor gebruikt?

Controlevloeistof wordt gebruikt om de nauwkeurigheid van een bloedglucosemeter te controleren. Als de nauwkeurigheid van een bloedglucosemeter niet periodiek wordt gecontroleerd, bestaat het risico dat een onnauwkeurige meter onopgemerkt blijft. Dat kan leiden tot onjuiste behandelbeslissingen en mogelijk schadelijke resultaten. 

Wat is controlevloeistof?

Controlevloeistof is een vloeistof die een specifieke hoeveelheid glucose bevat. Meestal zijn er twee oplossingen, waarbij de ene een laag glucosegehalte heeft en de andere een hoog glucosegehalte.

Hoe wordt de controlevloeistof gebruikt?

Om de nauwkeurigheid van een meter te controleren, wordt bij het uitvoeren van een test een druppel controlevloeistof gebruikt in plaats van een druppel bloed. Het testresultaat wordt dan vergeleken met een aanvaardbaar bereik dat op het etiket van de container staat afgedrukt. Als het resultaat binnen het acceptabele bereik valt, produceert de meter nauwkeurige resultaten.

Wanneer moet de controlevloeistof worden gebruikt?

  • Na het openen van een nieuwe container met testen.
  • Nadat u de batterijen hebt vervangen.
  • Nadat u de meter hebt schoongemaakt.
  • Als u onverwachte resultaten krijgt.
  • Als de dop van de verpakking met teststrips is blijven zitten. 
  • Als de meter is gevallen of blootgesteld aan extreme hitte (achtergelaten in een hete auto).
  • Als u vermoedt dat de meter of de testcassette/strips niet goed functioneren.

Kan een controlevloeistof een bloedglucosemeter opnieuw kalibreren?

Bloedglucosemeters worden in de fabriek gekalibreerd en kunnen niet opnieuw worden gekalibreerd door de eindgebruiker.

Het aanvaardbare waardenbereik voor controlevloeistof 1 en 2 vindt u op het etiket van de cassettefles.

Wanneer u controle gebruikt en het resultaat labelt als controle 1 of 2, controleert de meter automatisch het bereik voor u.